AMSTERDAM Het onderzoek door de Rijksrecherche naar het schietincident in september 2016 waarbij twee agenten een 23-jarige GGZ-patiënt in zijn huis in Amsterdam doodschoten, is onvolledig en niet volgens de richtlijnen uitgevoerd.
Dat zeggen rechtspsycholoog Peter van Koppen en oud-rechercheur Dick Gosewehr in Zembla, dat het vertrouwelijke Rijksrechercherapport in handen heeft.
Lees ook: Man die door politie werd neergeschoten vannacht overleden
De agenten zouden hebben geschoten, omdat de 23-jarige Cyprian Broekhuis een mes zou hebben getrokken. Of dat echt is gebeurd, of dat de schutters een zaklantaarn aanzagen voor een mes, is volgens Van Koppen en Gosewehr echter nooit onderzocht. Volgens Van Koppen zijn er dingen in het dossier die wel op het scenario wijzen van een zaklantaarn die voor een mes is aangezien.
Lees ook: Ouders doodgeschoten autistische jongen willen dat agenten worden vervolgd
Ook zijn de betrokken GGZ-hulpverleners niet door de Rijksrecherche verhoord, maar door de Amsterdamse politie, wat tegen de regels is. Ook worden de schutters pas twee dagen na het incident verhoord, terwijl dat binnen 24 uur had moeten gebeuren.