HAARLEM Zelfs in de hoogtijdagen van HFC Haarlem had de club de grootste moeite om het stadion aan de Jan Gijzenkade vol te krijgen. Een terugkeer in het betaald voetbal van de failliete club draait dan ook op niets uit. Dat zegt Herman Opmeer, kenner van Haarlem als sportstad, tegen NH Nieuws.
Opmeer, voorzitter van de Societé Pim Mulier die breedte- en topsport in Haarlem wil stimuleren, staat nogal sceptisch tegenover het idee van Trots Haarlem om HFC nieuw leven in te blazen. Aanleiding voor dat plan van de politieke partij vormen uitspraken van de directeur van Red Bull Nederland die gisteren liet weten dat het merk graag een Nederlandse voetbalclub zou sponsoren.
Lees ook: 'HFC Haarlem terug in betaald voetbal met Red Bull als sponsor'
Volgens Opmeer is het niet realistisch om te dromen van een nieuwe glorieperiode voor HFC Haarlem. Hij legt uit: "Haarlem is nu eenmaal geen voetbalstad. Zelfs in de hoogtijdagen van de club in de jaren tachtig stond de selectie van Haarlem op de Grote Markt te flyeren om het stadion vol te krijgen. En dat voor een wedstrijd tegen Ajax."
Het is niet de eerste keer dat er wordt gesproken over een eventuele terugkeer van HFC Haarlem, weet ook Opmeer. Maar je hoeft volgens hem maar naar het amateurvoetbal te kijken om te zien dat het zover niet zal komen.
"Het amateurvoetbal is een goede spiegel om te zien in hoeverre de sport leeft. Maar kijk naar de Koninklijke HFC dat vrij hoog speelt, in de Tweede Divisie. Daar staat het publiek ook niet rijendik. Daar staan tussen de 250 en 400 mensen langs de kant. Ga je iets meer naar het zuiden, dan zie je dat er in de Bollenstreek zomaar 3.000 tot 4.000 mensen zijn."
Ajax en AZ
Ook de nabijheid van populaire en succesvolle eredivisieclubs als Ajax en AZ speelt daarbij een rol, denkt Opmeer. Hij gelooft dat HFC Haarlem maar één realistische kans heeft gehad voor een wedergeboorte. Maar die heeft de club laten lopen, aldus Opmeer. "Dan heb ik het over de fusie met Telstar waarover lang is gesteggeld. Maar omdat een paar fanatiekelingen daar niet aan wilden, is het niet zover gekomen."