Ga naar Content
Noord-Holland

Boswachter herontdekt 'uitgestorven' mottensoort: "Echt heel zeldzaam"

6 maart 2017, 13.47 uur · Aangepast 6 maart 2017, 16.35 uur
Door: · Foto: PWN-boswachter Luc Knijnsberg

BERGEN AAN ZEE Tientallen jaren gingen biologen ervan uit dat hij in Nederland was uitgestorven, maar dankzij PWN-boswachter Luc Knijnsberg is nu duidelijk dat de fijngevlekte eikensteltmot zich hier nog altijd ophoudt. Vorige week trof hij een exemplaar aan op een eik in het duingebied ten oosten van Bergen aan Zee.

"Hij is maar vier keer eerder in Nederland gezien", vertelt Knijnsberg over de insectensoort. "Waarvan drie keer voor 1890 en één keer in 1959. Dus hij is echt heel zeldzaam."

Knijnsberg was in het duin om boomstammen in te smeren met een mengsel van appelstroop, jam en wijn, een beproefde methode om nachtvlinders te lokken. Zijn aandacht werd echter getrokken door een vlinder die niet op het zoete goedje afkwam. 

Microvlinder
"Op een grote zomereik zag ik een klein vlindertje zitten, een zogenaamde microvlinder. Microvlinders zijn de kleinste vlinders in ons land en behoren tot de nachtvlinders", schrijft hij op de website naturetoday.com

"De meeste microvlinders vliegen in de zomerperiode en in februari zijn er maar weinig van te vinden, dus het kon best eens een leuke soort zijn. Ik maakte een aantal foto’s en dacht hierbij al dat het om een soort steltmot zou gaan." 

58 jaar niet gezien
Bij het bestuderen van de foto's bleek zijn vermoeden al snel juist: het ging inderdaad om een steltmot. "Maar om welke soort dan?" Toen hij zich verdiepte, bleek het te gaan om de fijngevlekte eikensteltmot, die volgens de beschrijving al 58 jaar niet was gezien in Nederland. 

Navraag bij specialisten maakte een einde aan alle onzekerheid: het gaat inderdaad om de herontdekking van de fijngevlekte eikensteltmot. De vraag die rest is of het insect al die tijd onopgemerkt is gebleven of z'n comeback heeft gemaakt. "Dat is speculeren, een vraag die ik niet kan beantwoorden." 

Bladrolletje
Boswachter Knijnsberg en zijn collega-vlinderliefhebbers hopen er de komende tijd meer te spotten. In het najaar gaan ze op zoek naar de rups van de fijngevlekte eikensteltmot. "De rups maakt een mooi bladrolletje, waar hij in gaat zitten. Dat blad gebruikt hij als bescherming en om van te eten."

Door dat kenmerkende bladrolletje verwacht Knijnsberg dat eventuele rupsen snel in het oog springen. In bomen klimmen is daarvoor niet nodig, benadrukt hij. "Ze hebben een voorkeur voor jonge eiken."