HOORN Het is vandaag precies twaalf jaar geleden dat de kunstroof in het Westfries Museum in Hoorn ontdekt werd. Veel persoonlijke betrokkenen weten dat nog als de dag van gisteren. Tijdens een speciaal georganiseerde rooftocht, deden zij hun verhaal.
De donateurs die ervoor gezorgd hebben dat de teruggevonden stukken gerestaureerd worden, kregen gisteravond een uniek inkijkje in het werk van de daders. Hoe gingen zij te werk? Waar verscholen ze zich? Vijf mensen vertelden hun belevenissen van die dag.
Bekijk ook: Recht uit Noord-Holland over de kunstroof
Ben Olijve - huismeester
Onder hen conciërge Ben Olijve. Hij ontdekte de roof. "Ik wilde de politie bellen, maar wist het nummer niet meer. 0611, 0900 nog wat. Je bent helemaal van het padje af."
Cees Bakker - Curator
"Ik kwam aan bij het museum en mijn collega Ben stond te schreewen: alles is weg, alles is weg! Ik ben toen met een rotgang het museum ingerend om te kijken. Overal zag ik lege lijsten."
Arthur Brand - kunstdetective
Ik werd door de directeur gevraagd te helpen. Het werd een spannend zoektocht geworden. Ik belandde in een wereld van geheime diensten en politici. Het was een ongekend avondtuur met een vooralsnog een relatief goede afloop.
Carel de Jong - Adjunct-directeur
"Ik was iets eerder op mijn werk. Het had heel erg gestormd en ik dacht misschien moeten er wel leveranciers worden gebeld voor nieuwe dakpannen. Maar toen ik aankwam was ik in shock: ik zal al die lege lijsten, die ontwrichte deuren. De adrenaline jaagde door mijn lijf. Het was een keerpunt in mijn leven."
Harrie Sijm - Rechercheur
Ook Harry Sijm was aanwezig. Hij was destijds rechercheur. "Ik moet zeggen dat het een geniaal plan was. Ze hebben maatregelen getroffen om niet gevonden te worden. Daar heb ik wel respect voor."
