Ga naar Content
Sport

Jolanda de Rover: zo moeder, zo dochter

7 augustus 2016, 13.48 uur · Aangepast 7 augustus 2016, 15.59 uur
Door: · Foto: ANP/Paul Stolk

RIO DE JANEIRO Nederland veroverde in de olympische geschiedenis meer dan honderd medailles en daar zaten heel wat exemplaren bij die door Noord-Hollandse sporters werden gewonnen. In deze rubriek ‘Golden Oldies’ kijken we terug op de prestaties van een aantal daarvan. Vandaag zwemt Kira Toussaint de 100 meter rugslag. In 1984 won haar moeder Jolanda de Rover goud op de 200 meter rugslag.

Meer dan 1500 wedstrijden zwom ze in haar carrière en in een schrift hield ze alle resultaten bij. Op haar veertiende was Jolanda de Rover begonnen met zwemmen. Ze was lang en slank en zwom met lange slagen door het water. Ze beklaagde zich wel eens over de belabberde omstandigheden, waarbij ze ‘s ochtend om zes uur moest zwemmen of juist rond etenstijd. Vooral de ochtendtraining vond ze zwaar als je daarna nog de hele dag naar school of werk moest.

Toch behaalde ze ondanks die ongemakken niet minder dan 33 nationale titels. Ze startte bij twee wereldtoernooien, drie Europese kampioenschappen en drie Olympische Spelen.

Bij haar eerst Spelen, in Moskou in 1980, werd ze op de 100 en 200 meter rugslag nog in de series uitgeschakeld, maar vier jaar later, ouder en sterker werden het háár Spelen.

Geen Oostbloklanden
Bij die Spelen van Los Angeles in 1984 profiteerde De Rover optimaal van de afwezigheid van de Russische en Oost-Duitse zwemsters. Eerst veroverde ze brons op de 100 meter rugslag en in de series van de 200 meter rugslag zette ze meteen een scherpe tijd neer. In prachtige stijl zwom ze op de 200 meter rugslag naar het goud. Haar eindtijd van 2.12,38 was ook in de aanwezigheid van de Oostblok-zwemsters waarschijnlijk de snelste geweest. De nummer twee, de Amerikaanse Amy White, zwom de hele race achter De Rover aan en kwam uiteindelijk 0,7 seconde tekort. Vooraf had De Rover de meeste tegenstand verwacht van de Roemeense Aneta Patrascoiu, die wel aanwezig was en als derde eindigde.

"Makkelijker zwemmen als je voor ligt"
"Ik ben zo hard mogelijk gestart om als eerste te keren", zei ze later tegen de pers. "Het zwemt makkelijker als je voor ligt."

Mentaal zat het wel goed bij de zwemster uit Amstelveen. Niet lang voor de finale van de 200 meter rugslag zag De Rover een medaille aan haar neus voorbij gaan op de 4x 100 meter wisselslag estafette. Het kwartet, bestaande uit De Rover, Petra van Staveren, Annemarie Verstappen en Desi Reijers had in de series een nieuwe recordtijd van 4.11,29 gezwommen. Daarmee zouden ze zeker meedoen voor de medailles, maar Desi Reijers bleek vierhonderdste van een seconde te vroeg zijn gestart, zodat de ploeg werd gediskwalificeerd. In de finale - bleek later - zouden ze met die tijd zilver hebben gewonnen.

Eindelijk vakantie
Na de Spelen in Los Angeles ging ze voor het eerst in acht jaar op vakantie om zich daarna weer te richten op de Spelen van Seoul. Ondertussen studeerde ze aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. "Alleen maar zwemmen stompt ook af", vond ze.

Ook in Seoul in 1988 was ze dus nog van de partij. Inmiddels 24 jaar oud werd ze veertiende op de 100 meter rug, zevende op de 200 meter rug en vijfde op de 4x100 meter wisselslag estafette. Na die Spelen koos ze voor werk en gezin. Haar 22-jarige dochter Kira Toussaint heeft haar talent meegekregen en zwemt vandaag in Rio de Janeiro de 100 meter rugslag.

Lees ook:
Haarlemmer Frans Hin, 14 jaar en goud op de Olympische Spelen