AMSTERDAM Een kleine drie weken na Prinsjesdag zijn ze in Amsterdam-Noord al begonnen aan de 'participatiesamenleving'. Licht verstandelijk gehandicapten en hun buurtgenoten zonder beperking gaan veel meer voorzieningen delen.
Als het aan dit kabinet ligt, is het afgelopen met de klassieke verzorgingsstaat. Iedereen moet er rekening mee houden dat de zorg niet meer vanuit de overheid komt, maar van je omgeving. Het werd nog eens door de koning benadrukt tijdens Prinsjesdag. Lang niet iedereen verwelkomt het idee van een participatiesamenleving, maar in Amsterdam-Noord zijn ze al aardig op weg.
Mensen met een licht verstandelijke beperking zullen veel meer met anderen zonder beperking in contact komen. En ze zullen dan vooral aangewezen zijn op voorzieningen in hun wijk, waar ook andere buurtgenoten gebruik van maken, zoals in de Voedseltuin in Noord. Mariken Heitman, coördinator van de Voedseltuin: “We vinden het belangrijk om te weten of wij ook aantrekkelijk zijn voor deze buurtbewoners. We willen er namelijk voor iedereen zijn”.
Buurtbewoners met een verstandelijke beperking testen nog meer bestaande activiteiten in Noord. Het testpanel bezoekt diverse reguliere activiteiten in buurtcentra in Noord. Hierbij worden zowel sportactiviteiten, ontmoetingsactiviteiten, natuuractiviteiten als creatieve activiteiten onder de loep genomen en uitgeprobeerd. Na afloop van elk bezoek gaan de leden van het testpanel in gesprek met de aanbieder en wordt er besproken wat de eventuele drempels voor deelname zijn. Samen wordt gezocht naar oplossingen. Alle geteste activiteiten worden opgenomen in het boekje ‘Ik wil met jou…leuke activiteiten doen in de buurt’, gericht op buurtbewoners met een verstandelijke beperking en hun ouders, verzorgers, verwijzers. Het boekje komt in mei 2014 uit.