HAARLEM Dankzij de overleden schrijver Martin Bril wordt de eerste lentedag van het jaar ook wel Rokjesdag genoemd. De traditie, die in 1996 in één van Brils columns in de Amsterdamse krant Het Parool werd geboren, is tegenwoordig een landelijk fenomeen.
Met achttien graden en een lekker zonnetje waren de omstandigheden vandaag perfect voor een mooie Rokjesdag, maar daar dachten de vrouwen in Haarlem toch anders over...
"Ik vind het heel teleurstellend." Saskia van der Linden, verkoopster bij kledingwinkel Stijlloods, loopt over de Grote Markt in Haarlem. In een rokje, en daarmee is ze een van de weinigen.
Bloemenmeisjes
Er komen genoeg vrouwen met rokjes voorbij, maar niemand durft het aan om de panty thuis te laten. "Ik dacht: hier wonen de Haarlemse bloemenmeisjes. Ik snap niet dat geen enkele vrouw in de omgeving het aan heeft gedurfd op zo'n dag."
Lees ook: Ode aan de rok: "Je mag laten zien wat je hebt"
Saskia heeft daarom nog wel een oproep: "Dames, het kan niet langer. Het is lente, we gaan zelfs de zomer al tegemoet. Nu moet het gebeuren."
Hoop aan de horizon
Na lang wachten gloort er dan toch hoop aan de horizon. De enige dame in een rokje - zoals het hoort boven blóte benen - komt nietsvermoedend langslopen.
Als de vrouw in kwestie gefeliciteerd wordt met het 'winnen' van Rokjesdag, begint ze te lachen: "Goed kijken, maar ik heb toch echt een panty aan."